Kwetsbare wijkbewoners en zelfs chronisch psychiatrische patiënten kunnen in Arnhem aankloppen bij Inloophuis Sint Marten. Coördinator, vrijwilligers en buurtpastor runnen deze plek waar je zomaar kunt binnenlopen voor een kop koffie. Je kunt er rekenen op een stevige dosis menselijke empathie, zeg maar warm-menselijkheid en naastenliefde. Je kunt er je hart luchten: over zin en onzin van het leven, over de relatie met anderen, soms ook vragen naar God. Bezoekers worden aangesproken op hun talenten, niet op hun beperkingen.
Onderstaand artikel over het ontstaan en de werkwijze van het Inloophuis, geschreven door Ellie Smeekens, verscheen in Tijdschrift voor Geestelijk Leven, februari 2017
Zingeving
Onze insteek in het contact met buurtbewoners en bezoekers in problematische situaties is dubbel. We zoeken met mensen naar een oplossing voor hun problemen en schakelen in overleg professionele hulp in. Maar we gaan ook in gesprek over de vragen die onder die problemen liggen. Vragen naar de eigen identiteit, de betekenis en de waarde van het eigen leven, de relatie met anderen, hoe je het volhoudt in moeilijke omstandigheden, waar je houvast vindt. Soms ook expliciete vragen naar God. We bidden met mensen individueel, of lezen samen uit de Bijbel. In de naburige kerk wordt elke week gebeden voor intenties uit het Inloophuis en buurtpastoraat. We organiseren weinig activiteiten die expliciet te maken hebben met zingeving en geloof. Wat zin geeft, wordt gevonden in gesprekken en activiteiten en geleefd in de omgang met elkaar.
Hun leefwereld reikt vaak niet verder dan de stad Arnhem en nabije omgeving. Ze voelen zich door de samenleving als ‘losers’ bekeken.
De meeste bezoekers van het Inloophuis staan maatschappelijk gezien aan de kant. Ze hebben geen baan en moeten leven van een uitkering. Ze kunnen niet mee in het snelle tempo van de samenleving. Hun leefwereld reikt vaak niet verder dan de stad Arnhem en nabije omgeving. Ze voelen zich door de samenleving als ‘losers’ bekeken. Zo kijken verschillende van onze bezoekers en van de wijkbewoners waar we bij betrokken zijn ook naar zichzelf. Ze voelen zich onzeker, boos, minderwaardig, slachtoffer. Hun gevoel van eigenwaarde staat onder druk. Velen hebben gezondheidsklachten. Een paar voorbeelden: een vrouw met grote financiële problemen kan hulp krijgen, maar weigert die omdat dat voor haar een bevestiging zou zijn dat ze niets kan en niets voorstelt, zoals ze zo vaak te horen heeft gekregen. Ze wil het zelf oplossen, ook al piekert ze voortdurend en denkt ze er regelmatig aan om uit het leven te stappen. Een zwaar beschadigde man kan niet meer zien dat er mensen zijn die het goed met hem voorhebben. Hij is boos, maakt met iedereen ruzie en stoot mensen van zich af.
Mensen mogen er gewoon zijn
Het Inloophuis is een plek waar mensen er gewoon mogen zijn, waar ze zich welkom voelen, gezien en gehoord worden. Waar ze mogen zijn wie ze zijn. Je hoeft je niet te bewijzen of mooier voor te doen dan je bent. ‘Hier mag ik er zijn, hier word ik gezien’, zegt een bezoekster die ook vrijwilligster is. Regelmatig valt ze terug in verslaving om haar pijn te verdoven. Uit schaamte en boosheid op zichzelf laat ze zich dan een paar weken niet zien. Het doet haar goed, hoe eng het tegelijkertijd ook is, dat we vertrouwen blijven houden in haar. Dat wij het vertrouwen vasthouden dat ze zelf zo vaak weer kwijtraakt. Dit raakt de basis om überhaupt iets van zin in het leven te kunnen ervaren; dat je er toe doet, dat er aandacht is voor jou en je verhaal, dat je mag vertellen zonder dat er een oordeel gegeven wordt. De aandacht en het vertrouwen kan helpen om op nieuwe manieren naar je eigen verhaal te gaan luisteren. Wat en wie vastgelopen leek, kan weer in beweging komen. Er kunnen zich nieuwe perspectieven openen.
‘Hier is het gezellig’, zegt een vrouw. ‘Hier kom ik weer onder de mensen. Thuis was ik alleen en voelde ik me eenzaam. Hier vind ik weer vrienden en vriendinnen’
In het Inloophuis kunnen mensen andere mensen ontmoeten en voelen dat ze weer ergens bij horen, dat ze opgenomen zijn in een groter geheel. Een alleenstaande man zonder verblijfsvergunning en met heel veel stress vindt nieuwe ‘familie’ in het Inloophuis; mensen bij wie hij zijn zorgen even kwijt kan, die blij zijn met hem, voor wie hij zijn talenten in kan zetten. ‘Hier is het gezellig’, zegt een vrouw. ‘Hier kom ik weer onder de mensen. Thuis was ik alleen en voelde ik me eenzaam. Hier vind ik weer vrienden en vriendinnen’. De inloop en activiteiten in het Inloophuis werken verbindend. Regelmatig ontstaan er contacten die ook buiten de inloop voortgezet worden. Bezoekers vinden warmte en menselijkheid bij elkaar. Ze kunnen het gevoel opdoen dat ze van waarde zijn en iets betekenen voor een ander. Dat voedt het zelfvertrouwen, het gevoel van eigenwaarde en het vertrouwen in anderen. Het maakt de wereld groter en een beetje herbergzamer.
Talenten
Bezoekers worden aangesproken op hun talenten en niet op hun beperkingen. Ze kunnen hun kwaliteiten en talenten tonen en ontwikkelen. De activiteiten waarbij ze betrokken zijn, geven structuur aan de week. Ze kunnen ervaren dat het zinvol is wat ze doen en van betekenis zijn voor anderen. Dat helpt om betekenis te kunnen geven aan het eigen leven en trots te kunnen zijn op wat ze doen. Dat zijn belangrijke ervaringen in een wereld waarin ze al te vaak het gevoel op doen dat ze van geen betekenis zijn of zelfs een last, of een profiteur omdat ze leven van een uitkering.
Drie zaken zijn van belang: groeien in vertrouwen in jezelf, dat je er mag zijn, je kunnen verbinden met anderen en iets kunnen doen met je talenten en daarmee iets kunnen betekenen voor anderen.
Steeds weer horen we van onze bezoekers dat ze graag iets terug willen doen voor de aandacht, de warmte, het positieve dat ze ervaren in het Inloophuis. Dit wederkerige en het van betekenis zijn dat daarmee gegeven is, is een belangrijk motief voor hun inzet. Als het gaat om zingeving in het Inloophuis zijn met name deze drie zaken van belang: groeien in vertrouwen in jezelf, dat je er mag zijn, je kunnen verbinden met anderen en iets kunnen doen met je talenten en daarmee iets kunnen betekenen voor anderen. Soms zien we mensen uit een dal klimmen. Ze krijgen hun leven meer op orde, worden niet meer zo opgeslokt door de eigen problemen en er ontstaat ruimte en aandacht voor anderen. Er komt meer veerkracht om met de wisselvalligheden van het leven om te gaan en kracht te putten uit goede dingen die gebeuren. We zien hen groeien in vertrouwen in zichzelf, in anderen en soms ook in de Ander. Hun leven krijgt een bredere en diepere basis.
Naast deze kwetsbare groep vrijwilligers zijn er de vrijwilligers die op deelterreinen verantwoordelijkheid dragen en andere vrijwilligers ondersteunen. Ook voor hen geldt dat zij zinvolheid ontlenen aan hun inzet voor anderen en aan de verbondenheid die er is met elkaar, vrijwilligers en bezoekers. ‘De mooie kleine dingen die hier gebeuren, de dankbaarheid die ik voel van bezoekers, het vertrouwen dat ik krijg, wegen op tegen de vervelende incidenten die er soms ook zijn’, zegt een vrijwilligster die al 7 jaar werkzaam is in het Inloophuis. ‘Hier word ik bovendien met mijn neus op de feiten gedrukt. Hier hoor ik de verhalen over armoede zo dicht naast mijn eigen deur. Zonder deze plek zou ik daar niet van weten’. Het voedt haar vermogen tot compassie. Voor gelovige vrijwilligers, en dat is lang niet iedereen, geldt dat het Inloophuis een plek is waar je je voluit kunt inzetten vanuit je geloof.
Visie aan elkaar schuren
In het Inloophuis kun je in contact komen met mensen die je door groeiende scheidslijnen in onze samenleving niet meer vanzelfsprekend ontmoet, zoals de vrijwilligster hierboven verwoordde. Hoger of lager opgeleid, wel of niet gelovig of kerk betrokken, armer of rijker, meer of minder beperkt; mensen werken samen, delen ervaringen en schuren hun visie aan elkaar. Scheidslijnen tussen mensen vallen niet weg, maar doen er minder toe. Mensen raken betrokken bij elkaar, helpen elkaar en gaan respectvol met elkaar om. Onze bezoekers herkennen hierin een authentieke en integere manier van met elkaar omgaan. Ook de niet gelovigen zeggen soms dat ze naar de kerk gaan en bedoelen dan het Inloophuis.
De manier waarop Hij omging met mensen die in zijn tijd uit de boot vielen zijn een blijvende bron van inspiratie voor onze omgang met de mensen die in onze tijd buiten de boot vallen.
Ons engagement als buurtpastores vindt haar wortels in twee bronnen: het christelijk geloof, de Bijbel en daarin het evangelie van Jezus. De manier waarop Hij omging met mensen die in zijn tijd uit de boot vielen zijn een blijvende bron van inspiratie voor onze omgang met de mensen die in onze tijd buiten de boot vallen. Jezus richt onze aandacht op hen. We mogen Hem herkennen in ieder die het (even) niet alleen redt. ‘Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de minsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan’ (Mt. 25, 40). Evenzo voelen we ons uitgedaagd door de monastieke visie dat in iedere mens God zelf schuil kan gaan.
De tweede bron is het concrete leven van de mensen met wie we in ons werk te maken krijgen. Als zielzorgers gunnen mensen ons regelmatig een blik in hun ziel. Dat is steeds weer een ervaring die religieus geladen is, die stil maakt, dankbaar voor het gegeven vertrouwen en die onze empathie, onze menselijkheid, voedt. We betreden heilige grond. Steeds weer worden we uitgedaagd in ieder mens iets van God te ontdekkenSoms is dat een waarachtige spirituele oefening. Dit kind van God zijn verbindt ons met elkaar, wie we ook zijn en legt wederkerigheid in de relatie. We groeien aan elkaar.
Ellie Smeekens werkt tezamen met een collega als coördinator van het Inloophuis Sint Marten in Arnhem en als buurtpastor in enkele wijken rondom het Inloophuis. Zij maakt deel uit van het pastorale team van de RK Sint Eusebiusparochie Arnhem e.o.